12-12-2012 | ‘Eigenlijk is soft power een Chinees concept’, vertelde een Chinese kennis me. ‘Sun Tzu schreef ruim 2000 jaar geleden in De Kunst van het Oorlogvoeren al dat de meest capabele leider zijn tegenstander onderwerpt zonder slag te leveren.’ Westerse bronnen noemen de politicoloog Joseph Nye van Harvard als degene die de term soft power introduceerde – hij wilde daarmee aangeven dat landen hun doelen ook kunnen bereiken door aantrekkingskracht of overreding in plaats van met dwang – maar Chinezen zien zichzelf graag als bron van een goed idee.

Charme
Tijdens het 17de partijcongres, vijf jaar geleden, maakten de Chinese leiders bekend dat zij wilden investeren in soft power. Op economisch en militair gebied was China een wereldmacht aan het worden, maar het aanzien dat daarbij hoorde ontbrak nog en daar wilden ze wat aan doen. Groots werd uitgepakt met statusverhogende evenementen als de Olympische Spelen in Beijing en de Shanghai Expo. Ter verspreiding van de Chinese taal en cultuur werden in ruim honderd landen in totaal 350 Confucius instituten uit de grond gestampt. Maar bovenal zag men een taak voor de media: vele miljarden werden, en worden, geïnvesteerd in Chinese media die internationaal opereren. Het verspreiden van de Chinese kijk op de wereld kan je niet overlaten aan westerse media als de BBC en CNN.

Niet prikkelend
Het Chinese persbureau Xinhua heeft inmiddels in 150 landen een kantoor. Het stelt gratis nieuwsberichten en foto’s ter beschikking van lokale media en met name in Afrika is dat een succes. China Radio International heeft zijn Engelstalige uitzendingen fors uitgebreid en overal ter wereld is het station in de ether te vinden naast zenders als de Voice of America en Radio France International. CCTV heeft de ambitie de Chinese Al Jazeera te worden. Daartoe heeft het bijvoorbeeld in de VS een redactie met 60 journalisten opgezet, die dagelijks Engelstalige uitzendingen verzorgt. Maar de inhoud van al die journalistieke producties is vooral heel ‘veilig’: veel over cultuur en handel, niets dat prikkelt.

China is op zoek naar internationale erkenning en waardering, ja liefst bewondering. Dat doen ze door middel van een grootschalig propaganda offensief. Missen de Chinese leiders daarmee niet de kern van hoe je soft power verkrijgt? Het beeld van de VS in de wereld is, naast economische en militaire macht, vooral beïnvloed door Hollywood films, televisieprogramma’s en bedrijven als Apple en McDonalds. Ondernemende mensen en creatieve talenten dragen in hoge mate bij aan een positief imago van een land. En daarmee aan de aantrekkingskracht van dat land.

Intimidatie
Dan China. Al te eigenzinnig denkende individuen worden gecontroleerd en geïntimideerd, uit angst dat ze aanzetten tot ‘staatsondermijnende activiteiten’. Internationaal gelauwerde mensen, zoals Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo en kunstenaar Ai Weiwei, worden gevangen gezet. Het werken wordt hen onmogelijk gemaakt. Ook bij de buurlanden kweekt China eerder een gevoel van onbehagen dan van bewondering. Bijvoorbeeld door de conflicten rondom eilandgroepen en door een kaart in het nieuwe paspoort waarin allerlei betwist gebied gewoon binnen de Chinese landsgrenzen getekend is. Daarmee schiet het zichzelf in de voet.

De nieuwe supermacht China zou meer gebruik moeten maken van de krachten van charme en overreding. Als de talenten waarover het land beschikt de ruimte krijgen, zullen respect en bewondering volgen. Geen intimidatie, maar inspiratie. En dat is toch wat anders dan Sun Tzu bedoelde.

Deze column verscheen eerder bij HCSS.

China specialist with 4 decades of experience, strategy advisor, university lecturer on China in the 21st century and media & journalism. Looking East from the Netherlands and West from China.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *