12 januari 2016 | “De rode sorghum waar ik keer op keer de lof van heb gezongen, en die even rood was als een zee van bloed, is door de vloedgolf van de revolutie weggespoeld. Er blijft niets meer van over. In de plaats ervan is bastaard-sorghum gekomen, (…) waarvan de aren even lang zijn als hondenstaarten. De opbrengst is hoog, de smaak is bitter en scherp, en bij talloze mensen veroorzaakt hij constipatie. Met uitzondering van de kaderleden die de graad hebben van secretaris van de lokale productiebrigade of hoger, hebben de gezichten van de dorpelingen inmiddels allemaal de kleur van roestend ijzer. Wat haat ik die bastaardsorghum!”
Zootje ongeregeld
Mo Yan strooit in Het rode korenveld met woorden als bastaard en constipatie, maakt aardse vergelijkingen en bezigt een cynische toon voor iedereen met een hoge rang. Hij wentelt zich in grove taal: er wordt volop gevloekt, gescholden en gescheten.
Zijn hart ligt bij boeren die hard moeten werken om rond te komen en die ongewild een speelbal zijn van hogere politieke en militaire machten. Het boek wordt bevolkt door een zootje ongeregeld uit Mo Yan’s geboortestreek Noordoost-Gaomi, door grote en kleine schurken: Chinese marionetten die heulen met de jappenduivels en plaatselijke bandieten van het Genootschap van de IJzeren Plaat, met bijnamen als Pokdalige Leng, Zwartoog en Gevlekte Nek. Districtshoofden, legerleiders, dorpsgenoten, echtgenoten en vaders, niemand blijkt te vertrouwen.
Het rode korenveld is een epische vertelling over de gruwelen van de jaren ‘30 en ’40 in China: verkrachting door de Japanse bezetters, buitensporig geweld door lokale bendes, moord en verraad door zowel nationalistische als communistische troepen. Geen bloedig detail blijft de lezer bespaard. Het boek is dan ook niet geschikt voor de weekhartigen, die zullen afhaken bij de zoveelste beschrijving van wreedheden. Oorlog, uitbuiting en onderdrukking worden door Mo Yan bijna uitbundig beschreven. Zijn stijl doet soms denken aan een grote Latijns-Amerikaanse roman als 100 jaar eenzaamheid.
Wuivende sorghumvelden
Dat levert bloedstollende verhalen op. Een beeld dat op het netvlies blijft hangen – en dat velen nog kennen uit de verfilming van het boek door Zhang Yimou uit 1987 – is de tocht van een jonge bruid in een draagkoets dwars door de wuivende sorghumvelden. Zij is op weg naar de man aan wie zij uitgehuwelijkt is, een man die ze nog nooit heeft gezien. Haar vader geeft hoog op van zijn rijkdom, maar de ruwe, onbeschofte dragers beschrijven hem als een melaatse: “Bruidje, zorg ervoor dat Shan Bianlang jou nooit aanraakt, want als hij dat doet rot je zelf weg!”
Voor Nederlandse lezers is soms het zware kost die Mo Yan ons voorzet. Toch maakt hij de gebeurtenissen van die belangrijke periode uit de Chinese geschiedenis invoelbaar door zijn meeslepende manier van vertellen. Kennis van de chaos en bruutheid van de jaren ‘30 en ‘40 is onontbeerlijk om de daaropvolgende communistische overwinning in 1949 te begrijpen. Optimistisch word je niet van het lezen van zijn werk. Mo Yan weet de abjecte armoede en het stoffige, uitzichtloze bestaan goed te treffen. In een scène waarin hij vooruitkijkt naar de vroege jaren ’70 boort hij ook alle hoop op betere tijden genadeloos de grond in. Noordoost-Gaomi is dan nog steeds een straatarme streek is, waar mensen sterven van de honger.
Schurkachtig
Zelf noemt Mo Yan het verhaal dat hij in 1986 schreef de “meest heldhaftige en meest schurkachtige geschiedenis van mijn geboortestreek.” Naast intense gevechten met handgranaten en bajonetten, beschrijft hij met duidelijk genoegen het geheim van de uitmuntende brandewijn van een stokerij: iemand pist in het vat. Mo Yan is allesbehalve een stadse schrijver. Sterker nog, aan het eind van het boek neemt hij zichzelf de maat: “de hypocrisie waarmee ik besmet ben geraakt door mijn contacten met de gewiekste betere kringen, en mijn lichaam, dat zo lang in het smerige water van het stadsleven heeft liggen weken dat een afgrijselijke stank uit al mijn poriën opstijgt.”
Nobelprijs
Met zijn soms bijna hallucinerende beschrijvingen en zijn oog voor detail is Mo Yan al jaren een van de belangrijkste moderne Chinese schrijvers. Hij ontving talloze prijzen en in 2012 werd hij internationaal gelauwerd met de Nobelprijs voor Literatuur. In het westen is hij vooral bekend door de verfilming van Het rode korenveld uit 1987 van de bekende regisseur Zhang Yimou. Dit belangrijke boek is nu voor het eerst direct uit het Chinees vertaald door Jan De Meyer. Onlangs verscheen bovendien een Nederlandse vertaling van zijn roman De Sandelhoutstraf (elders op China2025 staat een recensie van dat boek). Een goede aanleiding voor Nederlandse lezers om kennis te maken met het werk van Mo Yan.
Het rode korenveld van Mo Yan is uitgegeven door De Geus, Nederlandse vertaling van Jan De Meyer.
ISBN 978 90 445 2924.
Dit artikel verscheen eerder op het China crowdblog China2025.