3 november 2013 | Vriendelijk wijzen de bewakers de weg: ‘Daar moet je zijn, in gebouw B en dan met de lift naar beneden.’ Het Propagandaposter museum (Propaganda Poster Art Center) bevindt zich op een onverwachte plek, in een kelder van een woonflat middenin de Franse wijk van Shanghai.
Directeur Yang Peiming bezit de grootste collectie Chinese propagandaposters ter wereld. In 1995 begon hij met verzamelen. Toevallig eigenlijk, geïnspireerd door een vriendin met een kunstcollectie. Het verzamelen van de posters deed hem denken aan de postzegels die hij in zijn jeugd verzamelde. Bijna niemand was in die tijd geïnteresseerd in de posters, die je decennialang voor een dubbeltje kon kopen, in alle uithoeken van China. Ze waren aan het verdwijnen uit het straatbeeld en uit de scholen en kantoren.
Krachtige beelden
Enthousiast laat hij zien dat er grote kwaliteitsverschillen zijn. In sommige posters is de hand van een kunstenaar te zien. Zwierige penseelstreken, krachtige beelden, prachtige kleuren. De besten hebben hun eigen stijl gecreëerd. Voor kunstenaars – die als gevolg van de Culturele Revolutie geen vrij werk meer konden maken – was het produceren van propagandamateriaal een manier om hun vak uit te blijven oefenen. Bovendien konden ze zich door het propagandawerk wat afzijdig houden van het politieke tumult.
Het museum bestaat uit vier aaneengeschakelde ruimtes met posters van de dertiger jaren tot nu. Er zijn natuurlijk allerlei portretten van Mao Zedong en mensen die zijn rode boekje met citaten trots in de lucht steken. Dat zijn posters die iedereen kent, maar er is veel meer.
Vette varkens
De posters uit de beginjaren van de revolutie vallen op door de folk art invloeden. De gezichten uit die periode hebben vrouwelijke trekken, volgens Yang Peiming omdat de kunstenaars voor de revolutie vooral portretten van mooie dames uit Shanghai hadden geschilderd. De afbeeldingen uit begin jaren ’60 tonen goed doorvoede baby’s, trotse boeren, rijke oogsten en vette varkens. Niets dat erop duidt dat er een hongersnood heerste. Een enorme poster uit 1969, van de feestelijke opening van de grote brug over de Yangzi bij Nanjing, beslaat een hele wand.
De posters geven een beeld van de recente geschiedenis van China, van een periode waar nog steeds omzichtig over gesproken wordt. Waar ouders niet graag over praten met hun kinderen. Ook Yang zelf spreekt er niet veel over met zijn dochter. Waarom zou hij ook? ‘Je tiranniseerde je omgeving of je werd getiranniseerd door anderen. In beide gevallen is dat geen mooi verhaal om aan je kinderen te vertellen.’ Hij wacht met vertellen tot ze erom vraagt. ‘Deze twee generaties zijn de behoefte om met elkaar te communiceren kwijtgeraakt.’
Buitenlandse bezoekers
Deze zaterdagochtend weten tientallen mensen de weg naar het museum te vinden. Er is een groep studenten Communicatiewetenschappen uit Hangzhou, maar het overgrote deel van de bezoekers komt uit het buitenland. ‘Ik denk dat Chinezen deze collectie pas over tien jaar zullen waarderen.’
In 1998 werden posters uit de collectie van Yang Peiming tentoongesteld in Groningen (Nederland) op een tentoonstelling die georganiseerd was door Stefan Landsberger, de Nederlander die de grootste collectie Chinese propagandaposters buiten China bezit. Sindsdien zijn de posters in verschillende landen te zien geweest. Yang werkt nu aan een tentoonstelling in Londen. Hij hoopt dat er tentoonstellingen in China volgen. ‘Ik wil iets opbouwen waardoor Chinezen hun geschiedenis niet vergeten.’
Klik hier voor de website van het Propaganda Poster Art Museum.
Dit artikel verscheen eerder in het Chinees op de website Helan Online.