7-1-2013 | Bijna 600 miljoen mensen zitten in China op het internet. Ze praten mee over de laatste aflevering van The Voice of China, de nieuwste iPhone kloon en de meest gewilde designer handtas. Maar steeds vaker geven ze ook – vaak ongezouten – hun mening over een geplande fabriek in de buurt, een corrupte ambtenaar, een malafide arts of de minnaressen van een politicus. Sociale media vormen een kanaal om verbazing, bewondering of woede te uiten. Een kanaal dat heel veel mensen in alle uithoeken van het land een stem geeft. Je zou dat een revolutionaire ontwikkeling kunnen noemen.
Grote Chinese censuurmuur
Maar zo eenduidig is het niet. Sites die ik in Nederland veelvuldig gebruik zijn geblokkeerd. We weten allemaal natuurlijk wel dat er censuur is in China, maar het blijft een rare gewaarwording als je tijdens je verblijf in Beijing niet kan inloggen op Facebook, Twitter of bij de New York Times. Voor buitenlanders en Chinezen die de verboden sites wel willen bezoeken – en die dat kunnen betalen – waren er altijd nog de VPN verbindingen. Via servers in Europa en de VS kon je over de ‘grote Chinese censuurmuur’ heen springen, maar sinds kort is dat veel moeilijker geworden.
Chinezen zijn dus aangewezen op Weibo, Renren en Youku. Dat zijn Chinese varianten van Twitter, Facebook en YouTube, die op verzoek van de overheid ‘instabiliteit veroorzakende’ zoektermen blokkeren. En waar het ’50 cent leger’ alom aanwezig is: tienduizenden mensen die tegen geringe betaling berichten posten met overheidspropaganda. Waar ook nog eens tienduizenden ‘cyber politiemensen’ continue bezig zijn om berichten te verwijderen die te kritisch zijn of die opruiing in de hand zouden kunnen werken. Waar krachtige software alles wat riekt naar dissidente opinies automatisch verwijdert en doorsluist naar de politie. En waar mensen die scherpe kritiek uiten dus rekening houden met een klop op de deur.
Instructies
Afgelopen week zijn er nieuwe beperkingen geïntroduceerd. Chinezen moeten zich nu met hun echte naam registreren als ze actief willen zijn op sociale media platforms – officieel om burgers te beschermen en online fraude tegen te gaan – en internetbedrijven moeten het verkeer op hun sites nog strakker monitoren en censureren. Als gevolg daarvan zijn Weibo accounts van kritische bloggers gesloten.
Redacties van traditionele media worden vanouds in de tang gehouden. Ze krijgen dagelijks instructies hoe nieuwsitems gebracht moeten worden: als opening, met gebruik van specifieke termen, of juist met de opdracht helemaal geen aandacht te besteden aan een onderwerp. Die voorschriften worden door persbureau’s, kranten, radio en tv zenders strict nageleefd. Alleen een moedige krant in het verre zuiden waagt het heel soms om ervan af te wijken.
Reflex
Dat soort controle hadden de censoren niet op Chinese gebruikers van sociale media. De vraag was of de nieuwe leiders zich daarbij neer zouden leggen. Of ze het aan zouden durven om de voordelen te zien van burgers die misstanden in hun omgeving aan de kaak stellen. Of de levendige discussies op sociale media ze niet juist zouden helpen om de corruptie aan te pakken.
Die vraag is door de nieuwe maatregelen beantwoord met een luid en duidelijk ‘nee’. De reflex om informatie volledig in eigen hand te willen houden en andere stemmen zoveel mogelijk te onderdrukken heeft ook nu weer de overhand. En dat is jammer. Want een systeem dat is gebaseerd op controle, angst en desinformatie belemmert de verwezenlijking van ambitieuze doelstellingen op het gebied van economische groei en corruptiebestrijding. En daar hebben niet alleen die 600 miljoen internettende Chinezen last van.
Deze column verscheen eerder bij HCSS.